Theophilus
Ociepka werd in 1981 op 22 april geboren in Janov – overleden 15 januari 1978
Bydgosz. Hij was autodidact, theosoof en leider van de Commune Janskowska
Occulte.
Door
het werk van Nikifir, één van de bekendste vertegenwoordigers van het Poolse
primitivisme, bereikte zijn werk wereldwijde erkenning.
Zelfportret
Zijn
beroep was mijnwerker. Hij werkte boven de grond als chauffeur in de
mijnfabriek. In de eerste wereldoorlog maakt Ociepka als soldaat voor het
Duitse leger kennis met het occultisme. Met de Zwitserse Philip Hohmann, lid
van de Loge van Rozenkruisers, had hij veelvuldig correspondentie. Deze briefwisselingen
gaven hem veel geheime leringen en ontwikkelingen ten aanzien van het
occultisme. Dit alles was van invloed op zijn werk, waarbij hij sterk werd
geïnspireerd door telepathie.

In
1927 begon Ociepka met schilderen, waar hij na veel kritik van o.a. Prof.
Dobrowski mee stopt. Waarschijnlijk hervat Ociepka het schilderen kort voor de
2e Wereldoorlog of tijdens. In 1948 heeft hij een
solo-tentoonstelling in Warschau. De expositie werd georganiseerd om de
primitieve schilderijen van Henri Rousseau in het voetlicht te plaatsen en meer
aandacht te vragen voor deze kunststroming. Hier lanceert Ociepka de carrière
van een groot kunstenaar.
Allereerst
zijn de thema’s de strijd tussen Goed en Kwaad. Rozenkruisers verwijzen naar de
ideologie van de symboliek van Saturnus, de denkbeeldige flora en fauna. In zijn
latere werk verschijnen sprookjes, legendes en het leven van mijnwerkers.
Het
werken voor 1956 werd Ociepka lastig gemaakt, omdat zijn uitingen niet
overeenkwamen met het socialistisch realisme.
Wanneer
hij naar Bydgoscz vertrekt, verbreekt hij de band met het occultisme en de
Commune Janskowska.
Afbeeldingen uit het boek:
Ociepka, auteur Andrzej Banach
Meer kunstwerken in de Art Gallery van Muset www.postersquare.com