Dick Bruna Bruna werd geboren als tweede zoon van de uitgever A.W. Bruna en J.C.C. Erdbrink. Het was gepland dat hij in de voetsporen van zijn vader en grootvader zou treden en uitgever zou worden. Om zich hierop voor te bereiden vertrok Bruna ook naar Londen en Parijs. In de laatste plaats bezocht hij veelvuldig allerlei musea, wat hem ertoe aanzette om toch liever kunstenaar te worden.
Toen hij weer in zijn eigen land was teruggekeerd begon hij daarom aan een studie aan de Amsterdamse kunstacademie maar daar gaf hij al gauw de brui aan. In plaats van bij de uitgeverij A.W. Bruna & Zoon uitgever te worden, ging hij er als tekenaar werken. Hij gold daarom toen een beetje als het zwarte schaap van de familie.
Het
succes van uitgeverij was mede te danken aan het feit dat het bedrijf op elk
spoorstation in Nederland wel een kiosk had waar zijn boeken werden verkocht.
Bruna's stijl werd in zijn vroegste periode beïnvloed door ontwerpers en schilders uit de Nederlandse school van de Stijl zoals Bart van der Leck, Piet Mondriaan en Gerrit Rietveld, en door de Franse schilders Fernand Léger en Henri Matisse.
In 1955, op vakantie aan de Nederlandse kust, tekende Bruna voor zijn zoontje het eerste Nijntje-verhaal, daartoe geïnspireerd door diens pluchen speelgoedkonijn.
Het totaal van door
Dick Bruna gepubliceerde kinderboekjes stond begin 2007 op 120. Bekende
hoofdpersoontjes zijn het varken Betje big, de beren Boris en Barbara en
het hondje Snuffie. Een
nieuwere creatie is het koalabeertje Ko. Dick Bruna ontwierp ook veel boekjes waaruit
kinderen iets kunnen leren, zoals aanvankelijk lezen en rekenen, en de namen
van kleuren en geometrische vormen. Zijn boekjes zijn herkenbaar door hun
vierkant formaat, dat goed in kleine kinderhandjes blijkt te passen.
Voor allerlei op kinderen gerichte goede doelen
ontwierp hij affiches en ander promotie-materiaal. Op het Scheveningse strand
staan zijn figuurtjes op hoge palen, waaraan verdwaalde kinderen het gebied
kunnen herkennen waar zij vandaan gekomen zijn. Dit is kenmerkend voor al
Bruna's werk voor kinderen. Hij wil ze een veilige omgeving bieden van waaruit
zij zelfstandig op onderzoek en avontuur kunnen gaan.
Zijn ontwerpen voor pocketcovers, reclamemateriaal en kinderboeken, waaronder uiteraard Nijntje, beslaan de periode 1953-2007.
Hij gaat nog iedere dag op de fiets naar zijn atelier in de Utrechtse binnenstad, waar hij kinderboeken tekent en schrijft. Zijn boeken zijn in meer dan vijftig talen vertaald, met vooral heel grote oplagen in Japan.